Milieu, water en bodem gaat over de kenmerken van onze omgeving die belangrijk zijn om ergens gezond te kunnen leven. Bijvoorbeeld, is de lucht die we inademen schoon? En wat is de kwaliteit van het water in onze gemeente?
Wat verstaan we onder milieu, water en bodem?
Onder het milieu vallen de kenmerken van onze omgeving die belangrijk zijn om ergens gezond te kunnen leven. Het gaat daarbij om de kwaliteit van de lucht, maar ook de bodem en het water. Het geluid uit de omgeving maar ook geur vanuit het gebied kan van invloed zijn op het milieu. Het gaat hierbij om wat we zowel buiten als binnen ervaren.
Waar staan we nu?
De luchtkwaliteit van de gemeente Veendam is goed. De wettelijke normen en de advieswaarden voor de luchtkwaliteit worden overal binnen de gemeente gehaald. Wel zijn er binnen de gemeente geluidhinderbronnen aanwezig die overlast kunnen veroorzaken bij inwoners. Zo liggen de bedrijventerreinen en woongebieden dicht naast elkaar. In het centrum, in de wijk Veendam Noord en langs de diepen kunnen inwoners daardoor overlast ervaren van industrielawaai.
Cumulatieve geluidbelasting van verkeerslawaai, spoorweglawaai en windturbines (2017)
In vergelijking met andere gemeenten binnen de provincie Groningen ervaren de Veendammers gemiddeld minder geurhinder dan de omliggende gemeenten. Wel is de geurhinder die de inwoners ervaren de afgelopen jaren toegenomen[1].
In onze gemeente is veel water te vinden, zowel in de woongebieden als in het buitengebied. Denk bijvoorbeeld aan het A.G. Wildervanckkanaal en de vele sloten die onderdeel uitmaken van het Veenkoloniaal landschap. Een deel van de wateren in onze gemeente is ontstaan door zandwinning. Hierdoor zijn verschillende recreatieplassen ontstaan. Over het algemeen heeft het water een goede kwaliteit. Dit is te zien doordat het water helder is.
Een groot deel van de grond in het buitengebied is in gebruik door de landbouw. Intensieve landbouw kan zorgen voor uitputting van de bodem. Door het versneld afvoeren van water en het intensief gebruik van de bodem gaat de bodemkwaliteit achteruit. We zien dat de agrariërs in onze gemeente maatregelen treffen om de kwaliteit van de bodem te verbeteren. Duurzame vormen van landbouw kunnen hier nog verder aan bijdragen.
In sommige delen van onze gemeente daalt de bodem. Bodemdaling kan ontstaan door wegzakkende grondwaterstanden, maar ook de gas- en zoutwinning speelt hierbij een rol. Er vinden verschillende typen zoutwinningen plaats binnen de gemeente. Dit betreft magnesiumzoutwinning ten behoeve van productie door Nedmag en de winning van zout bij Zuidwending voor de ontwikkeling van cavernes. Deze cavernes worden gebruikt voor de opslag van aardgas en in de toekomst mogelijk voor de opslag van waterstof en perslucht. De bodemdaling die veroorzaakt wordt door gas- en zoutwinning gebeurt in de diepe ondergrond. Bodemdaling als gevolg van schommelingen in waterpeil, klimaatverandering en verdroging vindt plaats in de ondiepe ondergrond. Bodemdaling als gevolg van de waterpeilschommelingen, klimaatverandering en verdroging, en daarmee in de ondiepe bodem, kan leiden tot schade aan bijvoorbeeld gebouwen of wegen. Ook kan het gevolgen hebben voor de kwaliteit van de bodem. Deze bodemdaling speelt vooral in het noorden van onze gemeente.
Wat komt er op ons af?
Er is in Nederland steeds meer aandacht voor een gezonde omgeving. Hierbij gaat het ook om het verminderen van geluid, geur en luchtvervuiling. Denk bijvoorbeeld aan de strenger wordende regels voor de uitstoot van stoffen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Daarnaast zijn er technologische ontwikkelingen waardoor de vervuiling van het milieu afneemt. Een voorbeeld is de opkomst van de elektrische auto. Deze auto's zijn stiller en schoner dan gemotoriseerd verkeer.
Door klimaatverandering verwachten we vaker hevige regenbuien en langere periodes van droogte. We moeten daarom slim omgaan met het water in onze gemeente. Regenwater moet goed in de bodem kunnen trekken zodat er geen wateroverlast ontstaat. Maar we moeten ook water vasthouden zodat we voldoende water hebben in een droge periode. Dit vraagt om een klimaatadaptieve inrichting van onze leefomgeving.
We krijgen naar verwachting te maken met een verdere daling van de bodem. We moeten daarom slimme oplossingen bedenken om schade aan bijvoorbeeld huizen en wegen te voorkomen.
Hoe zien we de toekomst voor het milieu, water en de bodem?
Met betrekking tot het milieu, water en de bodem blijven we ons houden aan de wettelijke normen. We zetten ons huidige beleid voort waarin we onder andere inzetten op het verbeteren van de bodemkwaliteit waar dit gewenst is, zoals woongebieden en speelplaatsen. Naast de wettelijke normen willen we voldoende ruimte bieden aan klimaatadaptatie in de woonwijken. Bij de inbreiding van de woonwijken met extra woningen hanteren we daarom een groennorm. Door het hanteren van een groen norm zorgen we ervoor dat de woningbouwopgave niet ten koste gaat van het groen en klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie geven we op deze manier voldoende ruimte in de woonwijken en hiermee garanderen we dat alle inwoners voldoende ruimte hebben om buiten van de groene omgeving gebruik kunnen maken om te recreëren, bewegen en ontmoeten.
In de Omgevingswet worden vier milieubeginselen opgenomen waar ook wij vanuit gaan. Dit zijn:
- Het voorzorgsbeginsel;
- Het beginsel van preventief handelen;
- Het beginsel van milieuaantastingen bij voorrang aan de bron bestreden moet worden en,
- Het beginsel dat de vervuiler betaalt.
De gemeente hanteert de algemene milieubeginselen in haar beleidsvoorstellen. Ook gaan we uit van de algemene zorgplicht waarbij niet alleen wij als gemeente maar ook onze bedrijven en inwoners verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde leefomgeving. Risico’s worden voorkomen of beperkt door het treffen van maatregelen aan de bron.
Met betrekking tot luchtkwaliteit, zeer zorgwekkende stoffen en geluid volgen we het landelijke beleid en houden we ons aan de wettelijke gestelde normen. Bij de uitvoering van plannen en projecten wordt altijd getoetst aan de wettelijke normen. We streven daarnaast naar het verder verbeteren van de luchtkwaliteit om zo aan de WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit te voldoen.
Met betrekking tot omgevingsveiligheid zoeken we samenwerking met de relevante partners om de veiligheid in Veendam te waarborgen. Bij alle ontwikkelingen zal de veiligheid als integraal onderdeel worden meegenomen. Indien ontwikkelingen plaatsvinden rond risicobronnen worden de veiligheidsafstanden zoals deze wettelijk zijn vastgesteld gehanteerd en worden de mogelijke risico’s in beeld gebracht.
We zien kwetsbare gebieden in onze gemeente met betrekking tot bodemdaling. Het ontzien van deze kwetsbare gebieden zal een belangrijk onderdeel worden van het omgevingsplan. Daarmee zorgen we ervoor dat nieuwe initiatieven de bodemdaling niet verergeren. Daarnaast gaan we aan de slag met maatregelen om de daling van de bodem tot een halt te roepen. Er zijn plannen om de ondergrondse opslagmogelijkheden uit te breiden met bijvoorbeeld perslucht of waterstof. Welke maatregelen nodig en passend zijn bepalen we gebiedsgericht. Hiervoor zoeken we samenwerking met het waterschap, de provincie en buurgemeenten. De huidige zoutwinningslocaties behouden hun huidige functie, en vindt plaats volgens het vastgestelde winningsplan ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De landbouw centraal blijft staan in het buitengebied. We vinden het belangrijk dat de landbouw verduurzaamt om zo de impact op mens en natuur te beperken. Met betrekking tot verduurzaming van de landbouw volgen we het beleid van de provincie, zoals opgenomen in het programma Duurzame Landbouw Provincie Groningen 2020-2024.
Relatie met: Groen en recreatie, gezonde omgeving.
[1] GGD Groningen