De komst van de Omgevingswet introduceert niet alleen de omgevingsvisie, maar ook instrumenten zoals het omgevingsplan en programma’s. Via de beleidscyclus worden alle onderdelen van de Omgevingswet doorlopen. In het figuur is te zien welke onderdelen worden doorlopen, met als eerste onderdeel het opstellen van de omgevingsvisie.

De beleidscyclus van de Omgevingswet
De beleidscyclus bestaat uit vier onderdelen. Tijdens het eerste onderdeel ‘de beleidsontwikkeling’ staat de visievorming centraal. De omgevingsvisie beschrijft de lange termijn keuzes voor de leefomgeving.
Na de beleidsontwikkeling volgt de beleidsdoorwerking. Hierin worden de hoofdkeuzes die gemaakt zijn in de omgevingsvisie nader uitgewerkt door middel van instructieregels en programma’s. Een instructieregel is een doe- en denkregel. Soms zijn instructieregels dwingend: de gemeente mag niet van deze regel afwijken. Veel vaker geven deze regels juist ruimte voor maatwerk. De regels geven daarmee een denkrichting, waarbij de gemeente de vrijheid heeft om een eigen afweging te maken. De omgevingsvisie en instructieregels worden uitgewerkt in programma’s. Een programma kan gericht zijn op een bepaald thema of gebied. In een programma kan de gemeente concrete maatregelen opnemen waarmee de ‘hoe-vraag’ verder wordt uitgewerkt. Oftewel, hoe worden de keuzes en ambities uit de omgevingsvisie gerealiseerd? Een programma is daarmee zelfbindend.
De volgende stap in de beleidscyclus is de uitvoering. Dat gebeurt door de initiatiefnemers van activiteiten en projecten: burgers, bedrijven of overheden die iets willen ontwikkelen. Hiervoor zijn regels voor de fysieke leefomgeving in de gemeente nodig, die passen bij de omgevingsvisie en programma’s, om de juiste ontwikkelingen mogelijk te maken. Het belangrijkste instrument hiervoor is het omgevingsplan. Op dit moment kent de gemeente meerdere bestemmingsplannen, straks wordt dit één omgevingsplan. Het omgevingsplan wordt breder dan de bestemmingsplannen. Er is niet alleen aandacht voor de ruimtelijke inpassing van plannen en projecten, maar het omgevingsplan kent regels over de gehele fysieke leefomgeving. Daarnaast worden de regels algemener en flexibeler beschreven, zodat er meer maatwerk toegepast kan worden bij initiatieven.
Tot slot wordt in de cyclus een terugkoppeling gedaan. Door onder andere monitoring wordt bijgehouden of de doelen uit de omgevingsvisie daadwerkelijk gehaald worden of dat bijsturen van de doelen of maatregelen nodig is. Wanneer dit het geval is moet er weer beleidsontwikkeling plaatsvinden, waarmee de cyclus rond is.
Kostenverhaal
Bij het uitvoeren van projecten van initiatiefnemers maken wij als gemeente kosten. Deze kosten betaalt de initiatiefnemer. Voor kleine plannen brengen wij leges in rekening. Voor het uitvoeren van grotere projecten, leggen we in principe afspraken vast in een overeenkomst met deze initiatiefnemer. Lukt dit niet, dan zullen we met een exploitatieplan de kosten alsnog (achteraf) verhalen. Bij sommige projecten levert de initiatiefnemer een bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen, bijvoorbeeld voor de aanleg van een rondweg of een park, waar ook het nieuwe project gebruik van maakt. Hiervoor maken wij project afhankelijk individuele afspraken met de initiatiefnemers op basis van de woningwet.